Een quiz met verschillende opdrachten rond hoofdrekenen. Optellen / aftrekken/ vermenigvuldigen / delen
Leer de groter en kleiner dan karakters te onderscheiden. Let op de opmerking rechtsboven. Zo kun je het gemakkelijker onthouden.
In dit werkblad wordt het rekenen in het getallengebied 1-10 geoefend.
Leer de serie kennen. Maak de rij met steeds dezelfde afstanden af.
Aftrekken en optellen in het getallengebied tot 100.
Hier vindt je een groot aantal sommen in het getallengebied tot 30. Zoek uit of je moet een plus- of minteken in moet vullen.
Oefen vermenigvuldigingen en deelsommen.
Vermenigvuldigen en delen, oefeningen in een rekenslang weergegeven.
Als je alle sommen juist oplost, kun je de afbeelding in de juiste kleuren inkleuren.
Rekenslangen 0-20
Leer optellen en aftrekken van 0 - 20.
Los de rekenslangen zo snel mogelijk op!
Los de rekenslangen op.
Vul de ontbrekende getallen in de cirkels in.
De leerlingen vullen in, in het getallengebied 10 door optellen en aftrekken.
Maak de rekenverhalen af.
Test je kennis van de basisschool c.q. lagere school!
Ken de je basisbegrippen van rekenkundige bewerkingen? Kun je tabellen lezen?
Verschillende optel- en aftreksommen om in te vullen en uit te rekenen.
Vul de rekenslangen correct in door optellen en aftrekken.
Los de sommen in het getallengebied tot 20 op, door optellen of aftrekken.
De leerlingen oefenen met behulp van tekstopgaven en eenvoudige sommen het aanvullen tot 100.
Een werkblad voor het verbinden, invullen, sorteren en tellen in tientallen.
Bont gemengd werkblad met veel, hele tientallen.
Optellen en aftrekken met hele tientallen.
De leerlingen oefenen het optellen / aftrekken met hele tientallen.
De leerlingen oefenen het aanvullen tot 100 door eenvoudige berekeningen en tekstopgaven op te lossen.
Een werkblad over groter dan, kleiner dan of gelijk aan tot aan getallenrijen.
Een werkblad met gemengde opgaven in het getallengebied tot 100.
Eenvoudige opgaven met plus en min rond het cijfer 5.
Hier vind je een aantal tekstopgaven in het getallengebied 20.
In dit werkblad moeten de leerlingen eenvoudige tekstopgaven oplossen. Bij het oplossen van de sommen moeten ze het optellen en aftrekken in het getallengebied 10 beheersen.
In dit werkblad gaat het erom, de verschillende hoeveelheden te berekenen. Er worden drie verschillende oplossingsmethoden uitgelegd.
Verschillende opgaven in het getallengebied tot 100.
Reken na en stel vast of de uitkomsten goed of fout zijn. Vul daarna nog de rekentabel in.
Probeer het cijferraadsel op te lossen! Dit werkblad bevat cijferreeksen en puzzelpiramides.
De leerlingen leren het ontleden en invullen in het getallengebied 10. Daarbij moeten zij sommen aanvullen en ontleden.
Wie wordt de rekenkoning/-koningin.
Reken na en stel vast of de uitkomsten goed of fout zijn. Vul daarna nog de rekentabellen in.
Reken na en stel vast, of de uitkomsten goed of fout zijn. Vul daarna de reken-tabletten in.
Er moeten optel- en aftreksommen in het getallengebied tot 20 worden opgelost. De leerlingen kunnen hun resultaten met elkaar controleren, door de ingekleurde papegaai met elkaar te vergelijken.
Eenvoudige plus en min sommen in het getallengebied 10.
Er moeten plus en min sommen in het getallengebied tot 10 worden opgelost. De leerlingen kunnen hun uitkomsten controleren, door de uitkomsten met de ingekleurde ballonnen vergelijken.
De kleine babyvissen hebben hun moeder verloren. Met behulp van eenvoudige sommen, kun je hen heel eenvoudig helpen om hun moeder terug te vinden.
Los de verschillende rekenopgaven in het getallengebied 20 op.
Een geweldig spel voor jou en je vrienden! Daarnaast verbeteren jullie ook nog de vaardigheden in hoofdrekenen!
Rekenopgaven in het getallengebied tot 10 worden met behulp van de tekening (grafiek) opgelost. Veel succes!
Hier zijn reactie, oriëntatie, snelheid en snel kunnen rekenen voordelig. Dit spel is ook geschikt als een rekentrainer voor beginners in de wiskunde.
Aftrekken in het getallengebied 10 met tekstopgaven.
Vermenigvuldigen en delen in het getallengebied 100; kun je de oplossing vinden?
De leerlingen leren optellen en aftrekken op een zeer aantrekkelijke manier.
Knip de kaartjes uit en leg het rekendomino op de juiste manier neer! Optellen in het getallengebied 100 met tientallen overschrijding.
Dobbelspel; de leerlingen kunnen hun eigen spel en spelregels bedenken. Dit is een voorbeeld, welke uitgebreid kan worden met je eigen variaties.
De leerlingen lossen analogieopgaven voor het optellen en aftrekken zonder overschrijding van de tientallen en onderschrijding in het getallengebied 30.
De leerlingen oefenen de getallen tot en met 30 en ranschikken ze in oplopende volgorde. De optellingen en aftrekkingen zijn speciaal beeldend vormgegeven. De leerlingen stoten op analogieën die bijdragen tot een beter begrip.
De leerlingen oriënteren zich in het getallengebied 10. Daarbij leren ze het begrip vermenigvuldigen als afkorting van het optellen kennen. Ze leren optel- en vermenigvuldigingssommen te combineren en oriënteren zich daarbij op de sprongen op de getallenlijn.
De leerlingen leren het optellen en aftrekken met tientallen in het getallengebied 100. Het werkblad is beeldend ontworpen. Eenvoudige aanvullingen moeten worden uitgevoerd.
De leerlingen oefenen aanvulopgaven met overschrijding van de tientallen. Ze leren eerst het rekenen tot volledige tientallen.
De leerlingen tellen meedere getallen in het getallengebied 10 op. Getallen kunnen verschillend worden samengesteld. De leerlingen moeten verschillende manieren vinden.
De leerlingen leren het optellen en aftrekken in het getallengebied 30 met overschrijding. Daarbij rekent ment eerst op het dichtstbijzijnde tiental.
De leerlingen oefenen het omgaan met geld. Ze vullen aan of verminderen op hele tientallen. Daarbij stoten ze op analogieën, die hen bij het rekenen helpen.
De leerlingen oefenen het optellen en aftrekken in het getallengebied 20. Op dit werkblad, vindt men ook aanvul- en soortgelijke oefeningen.
De leerlingen voeren optellingen en aftrekkingen met tientallenonderschrijding in het getallengebied 20 door. Daarbij lossen de analogieopgaven op.
De leerlingen rekenen in het getallengebied 10. Ze lossen aanvuloefeningen op. Tellen op en voeren daarbij omkeer oefeningen door aftrekken uit.
De leerlingen oefenen optellen en aftrekken in het getallengebied 10 en kunnen hun resultaten doormiddel van zelfcontrole nakijken.
De leerlingen tellen in het getallengebied 10 vooruit en achteruit. Ze voeren eenvoudige optelsommen uit en lossen omgekeerde opgaven door aftrekken op.
De leerlingen leren om te gaan met euromunten. Ze oefenen daarbij het optellen en aftrekken op een eenvoudige wijze in het getallengebied 100.
De leerlingen leren om te gaan met euromunten. Ze oefenen daarbij het optellen en aftrekken op een eenvoudige wijze in het getallengebied 100.
De leerlingen tellen op en trekken af in het getallengebied 7. De beeldende weergave ondersteunt het begrip.
De leerlingen trekken af en tellen op in het getallengebied 6. De beeldende weergave ondersteunt het begrip. De leerlingen leren, dat men bij deze berekeningen elk een test uit kan voeren.
De leerlingen tellen op, trekken af en lossen invulopgaven in het getallengebied 5 op.
De leerlingen moeten aan- en invuloefeningen in het getallengebied 6 oplossen.
De leerlingen oefenen het vermenigvuldigen en delen met het getal 4. Ook moet er een tekstopgave worden opgelost.
De leerlingen leren op een eenvoudige manier om in te getallengebied 10 af te trekken. Het min-teken (-) wordt gebruikt. De picturale representatie ondersteunt het begrip.
De leerlingen leren op een eenvoudige manier om in te getallengebied 10 af te trekken. Het min-teken (-) wordt gebruikt. De picturale representatie ondersteunt het begrip.
De leerlingen leren optellen op aftrekken met hele tientallen in het getallengebied 100. Daarbij moeten eenvoudige invuloefeningen worden uitgevoerd.
De leerlingen rekenen met tekstopgaven in het getallengebied 100.
Hier leren de leerlingen optellen en aftrekken in het getallengebied 20 met en zonder overschrijding van de tientallen.
Rekenen in het getallengebied 10. De studenten controleren de uitkomsten op hun juistheid. Daarnaast leren de studenten het getal 10 te ontbinden.
aftrekken in het getallengebied 20. Hier worden met de leerlingen rekenopgaven uitgewerkt zonder overschrijding van de 10.
Optellen in het getallengebied 20. Hier worden met de leerlingen overschrijdingen van tientallen uitgewerkt.
Hier leren de leerlingen hoofdrekenen in het getallengebied 30 Eenvoudig optellen en aftrekken, en invuloefeningen met over- en onderschrijding van tientallen moeten bij voorkeur zonder hulp worden opgelost.
Hier leren de kinderen optellen en aftrekken in het getallenbereik tot 30 met en zonder overschrijding van tientallen.
Eenvoudige berekeningen met tientallen en eenheden in de getallenruimte 100. De leerlingen herkennen eenvoudige analogieën. Zij suppleren c.q. trekken af tot hele tientallen.
De leerlingen leren de tientallen tot 100 kennen, en moeten de buren van de tientallen kennen. Eenvoudige rekenopgaven (aanvullen, aftrekken) zijn reeds het hoofd te bieden.
De leerlingen leren hier te delen met eenvoudige getallen. Ze oefenen de juiste manier van uitspreken van de deling en herhalen eenvoudige vermenigvuldigingen.
Volg Aduis nu - Klik hier en ontvang de nieuwste informatie op