Naaldvilten van dieren vereist enige vaardigheid en oefening.
In het begin is het belangrijk om de lichaamsvorm van het dier goed te begrijpen: Hoe is de lichaamsbouw, hoe groot is het hoofd, hoe ziet de nek eruit, waar zitten de gewrichten, heeft het dier een staart? Een schets als voorbereiding is hierbij erg handig. Voor beginners zijn liggende dieren het makkelijkst. Je kunt het dier vereenvoudigen en details weglaten.
Bij stripachtige dieren hoeven de verhoudingen niet te kloppen – overdrijven mag hier gerust.
Voor dit knutselidee heeft u de volgende producten nodig:
De sprookjeswol (ca. 30 x 40 cm) in drie gelijke delen verdelen. Voor het basisframe een knoop maken in het voorste deel van een strook. Het uiteinde moet dan nog ongeveer 20 cm lang zijn. Het korte stuk vóór de knoop naar beneden vouwen. De gladde en mooie kant van de knoop moet altijd van boven zichtbaar zijn. Gaat het om een dier met een snuit, dan de wol niet strak omvouwen, maar een bultje laten staan. Het lange uiteinde ook naar beneden vouwen – dit wordt later het lichaam dat gevilt wordt.
Met een grove of middelgrote viltnaald rondom voorzichtig vastvilten met kleine prikbewegingen. Langere, dunne halzen of plat liggende koppen (bijvoorbeeld slapende dieren) moeten hierbij al worden meegenomen. Trek de sprookjeswol hiervoor wat langer of dunner en duw het in de gewenste vorm.
Een beetje wol opzij leggen voor de oren (3e strook). Verdeel de rest van de wol voor de twee voorpoten (voor vier poten heb je dubbel zoveel sprookjeswol nodig). Maak twee stukken wol van ongeveer 25 cm lang, vouw ze doormidden en vorm een lus. De gesloten kant van de lus wordt de poot. Leg de wol in de gewenste vorm en werk ongeveer twee derde ervan uit. Laat de resterende vezels los zodat je ze later kunt aanzetten. Om te voorkomen dat de poten te lang of te plat worden, gelijkmatig rondom en van voren – vanaf de poten – vastvilten.
Een beetje wol opzij leggen voor de oren (3e strook). Verdeel de rest van de wol voor de twee voorpoten (voor vier poten heb je dubbel zoveel sprookjeswol nodig). Maak twee stukken wol van ongeveer 25 cm lang, vouw ze doormidden en vorm een lus. De gesloten kant van de lus wordt de poot. Leg de wol in de gewenste vorm en werk ongeveer twee derde ervan uit. Laat de resterende vezels los zodat je ze later kunt aanzetten. Om te voorkomen dat de poten te lang of te plat worden, gelijkmatig rondom en van voren – vanaf de poten – vastvilten.
Plaats de afgewerkte voorpoten naast het lichaam, zodat de poten ongeveer op gelijke hoogte met de snuit eindigen. Spreid het niet-gevilte stuk wol voorzichtig uit om een mooie overgang te creëren en vilt het vast.
Leg nu rondom, vooral op de aanzetpunten van de poten, nog wat wol aan en werk de laatste details uit. De ogen maak je van kleine bolletjes wol en de lijnen van getwijnde wolvezels, die je met gerichte en voorzichtige priksteken aanbrengt. Als alternatief kun je ook zwarte rocailles als ogen opnaaien.
Volg Aduis nu - Klik hier en ontvang de nieuwste informatie op