Ketting, armband en oorbellen voor meer flower power! Trendy kwasten en je favoriete kleuren maken dit sieraad tot je favoriet!
Voor de ketting heb je één groot kwastje in roze en wit nodig en vier kleine kwastjes, twee in elke kleur. Voor de grote kwasten wikkelt u het garen twintig keer om het grotere (6 x 8 cm), voor de kleine kwasten wikkelt u het kleinere (6 x 6 cm) stuk karton. Hang een grote tussenring in elk van de opgewikkelde lussen van het grote kwastje en een middelgrote tussenring in de kleine kwastjes.
Werk de kwasten af: knip het gewikkelde garen aan de onderkant van het karton door. Houd de lus met de tussenring vast. Wikkel het garen steeds in de andere kleur ongeveer vijf keer om de kwastjes heen, knoop de uiteinden van het garen samen en hecht ze met een naald naar binnen af, zodat ze niet meer zichtbaar zijn. Knip de kwastjes op de gewenste lengte.
Rijg een knijpkraal en de karabijnhaak op het sieradendraad. Leg de draad rond het oog van de karabijnhaak en rijg deze weer door de knijpkraal. Knijp de knijpkraal met een platte tang plat.
Rijg 130 kralen in willekeurige volgorde op de draad. Rijg vervolgens de kralen in de volgende volgorde op: een kleine tussenring voor het eerste kleine witte kwastje, 25 kralen, een kleine tussenring voor het eerste kleine zuurstokroze kwastje, 110 kralen, een kleine tussenring voor het tweede kleine zuurstokroze kwastje, 25 kralen, een kleine tussenring voor het tweede kleine witte kwastje. Eindig met 130 kralen.
Rijg nu een knijpkraal en de eindsluiting op. Leg de draad rond het oogje van de eindsluiting en rijg deze door de knijpkraal. Knijp de knijpkraal met een platte tang plat. Hang tot slot de twee grote kwasten in het midden van de ketting.
Wikkel het witte garen twintig keer om het stuk karton (6 x 6 cm). Haak de grotere tussenring in de opgewikkelde lussen van het garen.
Maak nu het kwastje af: Knip het opgewikkelde garen aan de onderkant van het kartonnen stuk door. Houd hierbij de lus met de tussenring vast. Wikkel het roze garen ongeveer vijf keer om het kwastje, knoop de uiteinden van het garen samen en hecht ze met een naald naar binnen af, zodat je ze niet meer kunt zien. Knip het kwastje op de gewenste lengte.
Rijg 8 kralen in willekeurige volgorde op de prismastift. Buig een oogje aan het einde. Steek een kleine tussenring door het oogje en hang de prismastift voorzichtig in het midden van de roze draad.
Hang als laatste het kwastje in het oorhaakje.
Voor het grote kwastje wikkel je het roze garen twintig keer om het grotere (6 x 8 cm), voor het kleine kwastje wikkel je het witte garen om het kleinere (6 x 6 cm) stuk karton. Hang in de lussen van het grote kwastje de grote tussenring en in de lussen van het kleine kwastje de middelgrote tussenring.
Maak nu het kwastje af: Knip het opgewikkelde garen aan de onderkant van het kartonnen stuk door. Houd hierbij de lus met de tussenring vast. Wikkel het garen om steeds een andere kleur ongeveer vijf keer om het kwastje, knoop de uiteinden van het garen samen en hecht ze met een naald naar binnen af, zodat je ze niet meer kunt zien. Knip het kwastje op de gewenste lengte.
Rijg een knijpkraal en de karabijnhaak op de draad. Leg de draad rond het oog van de karabijnsluiting en rijg hem door de knijpkraal. Knijp de knijpkraal met behulp van een platte tang plat.
Rijg 60 kralen in willekeurige volgorde op de draad alsook de kleine tussenring. Bevestig de twee kwastjes aan de tussenring. Rijg vervolgens weer 60 kralen op en maak de sluiting af.
Met vriendelijke ondersteuning van TOPP-Verlag!
Volg Aduis nu - Klik hier en ontvang de nieuwste informatie op