Aftrekken en optellen in het getallengebied tot 100.
Wat weet je van de cijfers? Probeer om verschillende cijfers te vergelijken!
De leerlingen leren de getallenwaarde in het getallengebied 100 kennen.. Zij moeten de tientallen en eenheden ordenen en met behulp van het symbool (=,<,>) vergelijken. Bovendien moeten eenvoudige tekstopgaven worden opgelost.
Hier leren de leerlingen spelenderwijs zich in het getallengebied tot 100 te orienteren. Met een tabel tot 100 is dit geen probleem.
De leerlingen leren de getallenwaarde (eenheden/tientallen) in het getallengebied 100 kennen en de opbouw van de getallen. Zij werken met behulp van tientallen strippen en eenheden vakjes.
Het werkblad heeft betrekking op de oriëntatie in het getallengebied 100. De leerlingen moeten de tabel van 100 invullen, de buren van cijfers herkennen en de cijfers correct kunnen lezen.
De leerlingen oefenen de vermenigvuldigingen en herkennen daarbij de mogelijkheid van het omwisselen van de vermenigvuldiging (2 x 5 = 5 x 2).
De leerlingen leren de tientallen tot 100 kennen. Ze leren met behulp van bankbiljetten en munten, verschillende geldbedragen op verschillende manieren samen te stellen.
De leerlingen leer de tientallen tot 100 kennen en wijzen de getallen aan de werkelijke waarde toe.
De leerlingen leren de tientallen tot 100 kennen, en moeten de buren van de tientallen kennen. Eenvoudige rekenopgaven (aanvullen, aftrekken) zijn reeds het hoofd te bieden.
Volg Aduis nu - Klik hier en ontvang de nieuwste informatie op